De middeleeuwen, een verrijking
De middeleeuwen was een periode waarin heel wat gebeurde. Op politiek vlak ging men van feodaliteit naar het streven naar eigen staten. Tijdens de middeleeuwen legde men de basis voor het huidige Europa. Ook op cultureel vlak waren er heel wat interessante wendingen. Zo ging men van een Romaanse stijl over naar een Gotische stijl. Ook begon toen de boekdrukkunst en op religieus vlak hadden we de kruistochten en de kerstening van Europa. Abdijen en kloosters floreerden en waren een entiteit op zich. Een boeiende tijd dus waar heel wat over te vertellen valt.
Politiek tijdens de middeleeuwen
Burchten en kastelen zijn nu nog restanten van het feodaal systeem. Dit leenstelsel werd toegepast om zo het land te verdelen en erover te kunnen heersen. De leenheer beloofde een stuk grond om te bewerken, de macht over dit gebied en bescherming. De leenman beloofde in ruil zijn trouw, gaf raad en een leger wanneer de leenheer dat vroeg. Het systeem werkte aardig tot de leenmannen het gebied niet meer beschouwden als leen maar als eigendom. En toen liep het fout. Het leenstelsel werkte niet meer en men ging streven naar iets anders. Grote rijken vielen uiteen en werden in tal van verdragen verdeeld. Dit alles vormt de basis van het huidige Europa. Ook de komst van de Vikingen of Noormannen zorgde voor heel wat politieke wendingen.
Cultureel en sociaal gegeven
Op cultureel vlak gebeurde er heel veel. Kruistochten, boekdrukkunst, kerstening van Europa en architecturale staaltjes zijn er slechts enkele zaken die zeker moeten vermeld worden. Op sociaal vlak was er sprake van een standenmaatschappij. Boeren en horigen behoorden tot de derde stand en hadden als taak te werken voor de eerste en tweede stand. De eerste stand was de clerus. Hun taak bestond uit bidden voor de anderen en bestond uit hoge priesters en bisschoppen. Ze waren belangrijk omdat ze konden schrijven en zo hielpen ze mee in het bestuur. De tweede stand was de adel en ze hadden als taak de anderen te beschermen. Graven en koningen maar ook hoge ridders behoorden tot deze stand.
Tijdens de middeleeuwen sloeg de pest toe en zorgde niet enkel voor angst bij de mensen maar ook voor een hoog sterftecijfer.
Economie
Handel ontstond zodra het klimaat beter werd en er dus voedseloverschotten waren. Men ging ze verkopen op plaatsen waar wegen samen kwamen of waar handelaars zeker waren van hun veiligheid. Het gevolg was dat steden ontstonden en mensen wegvluchten richting de stad op zoek naar een beter leven. Ze moesten hun landbouwverleden achter zich laten en zich verdiepen in ambachten of diensten. Deze ambachten werden strikt georganiseerd en om een meester te worden moest je heel wat stappen doorlopen en proeven afleggen. Ook werd de handel georganiseerd door Hanze te stichten waardoor men sterker stond bij het voeren van internationale handel. Venetië, Genua en Brugge waren de handelscentra waar je naar toe moest. Uiteraard had men ook de jaarmarkten waar handel werd gedreven.